Afwijkend ziektebeleid

Kleinlab wijkt in bepaalde gevallen af van het advies van de GGD en/of het RIVM. Het gaat om de volgende aandoeningen:

• Ontstoken ogen. Als een oogontsteking van een kind mogelijk een bacteriële oorzaak heeft, dan vragen we je je kind thuis te houden. Is je kind al bij Kleinlab, dan vragen we je je kind op te halen. Symptomen van zo’n ontstoken oog zijn een rood oog of rode ogen in combinatie met afscheiding uit een of beide ogen. Heeft een arts vastgesteld dat het een virale infectie betreft, dan kan je kind wel naar Kleinlab komen. Als niet door een arts is uitgesloten dat het een bacteriële infectie betreft, kan het kind zolang het klachten heeft niet naar de groep komen. We hebben regelmatig te maken gehad met ernstig zieke kinderen en medewerkers als gevolg van een bacteriële oogontsteking, tot ziekenhuisbezoek en langdurige uitval aan toe. Vandaar dat we erg voorzichtig zijn met deze aandoening, met name op de babygroep.
• Krentenbaard. Heeft je kind krentenbaard, dan vragen we je je kind thuis te houden tot de plekjes zijn ingedroogd of tot het kind ten minste 48 wordt behandeld met antibiotica. Is je kind al bij Kleinlab, dan vragen we je je kind op te halen. Krentenbaard is een infectie van de huid, veroorzaakt door bacteriën. Soms verschijnt de infectie op plaatsen die eerder stuk gekrabd zijn, zoals bij eczeem of muggenbulten. De infectie zit meestal in het gezicht rond de neus of mond, maar kan zich ook op andere plaatsen voordoen, bijvoorbeeld op de rug. Krentenbaard begint meestal met een blaasje dat openbarst en waarop een honinggele korst ontstaat; vervolgens breiden de plekken zich uit, zodat het lijkt alsof het kind een ‘baard’ van krenten heeft. Het vocht uit de blaasjes is zeer besmettelijk. Besmetting vindt plaats via geïnfecteerde handen. Het kind kan ook zichzelf ‘herinfecteren’ door aan de plekken te krabben. Kinderen zijn gevoeliger voor deze infectie dan volwassenen omdat hun weerstand nog niet zo goed ontwikkeld is. De besmettelijkheid duurt totdat de blaasjes zijn ingedroogd of tot 48 uur na de start van de behandeling met antibiotica. We hebben zeer slechte ervaringen met krentenbaard: grote en erg hardnekkige uitbraken. Zo’n besmettelijke ziekte als dit is op een groep vol kinderen niet in de hand te houden, is onze ervaring. Vandaar dat we hiermee voorzichtiger zijn dan het RIVM adviseert.
• Hoofdluizen. Als we hoofdluizen constateren bij je kind, zullen we je bellen en vragen of je in de gelegenheid bent om je kind direct thuis te behandelen. Hoe sneller een kind behandeld wordt, hoe beter we een uitbraak in de kiem kunnen smoren. Als er op een groep luizen worden vastgesteld, zullen we alle ouders van de groep daarover informeren. We vragen alle ouders dan hun kind(eren) goed te controleren en indien nodig te behandelen.